woensdag 7 april 2010

Bijna zover: Curaçiao

Het einde nadert. Over twee weken vlieg ik alweer richting het koude Nederland. Hoewel de temperatuur aan het stijgen is in West-Europa, zal ik het Caribische klimaat straks echt vaarwel moeten zeggen. Toch mag ik niet klagen, want ik heb dit jaar geen sneeuw gezien. De das, de handschoenen, de muts en de dikke winterjas heb ik gelukkig niet moeten gebruiken.

Op het moment van schrijven regent het weer eens. En een flinke bui. Mijn collega vroeg net iets aan me, gebaarde ze. Eind januari zal het voor het laatst zo hard hebben geregend, maar misschien is dat nog wel langer geleden. Was ik eerst enorm chagrijnig dat ik moest werken op tweede paasdag, nu denk ik met een cynische glimlach aan alle huisgenoten die wél vrij zijn en trots vertelden dat zij lekker op het strand gingen liggen. Dat gaat waarschijnlijk ook gebeuren, want het verschil tussen een stortbui en strak blauwe lucht is hier miniem.

De laatste twee maanden zijn echt voorbij gevlogen. Ik vind het super jammer om straks weer naar huis te gaan. Aan de andere kant is het ook wel weer lekker om straks iedereen weer te zien en het oude leventje weer op te pakken. Het enige waar ik echt weer aan zal moeten wennen, is de temperatuur. Het moderne Nederland zal ik echter wel weer met open armen verwelkomen, dat heb ik toch wel gemist.

Paul, Dennis, Chris, Janneau en ik genieten gezamelijk van het leven op Curaçao. Daar is Bart sinds kort bijgekomen, een bekende uit Steenderen. Een geweldige groep die ik enorm, want dat is het toverwoord, ga missen als ik terug ben. Nog even twee weken genieten, dat moet ik zeker doen. Janneau zou aanvankelijk aankomende donderdag terug vliegen naar Nederland, maar hij heeft zijn reis verlengd. Juist ja, tot en met 19 april. We vliegen samen terug, gezellig!

De laatste weken heb ik genoeg gedaan. Onder andere Boka Table - jullie zien nog wel de foto's en de filmpjes en Playa Forti. Dat was toch wel één van de gaafste dingen. Ik hoorde grote, maar ook enge verhalen van het springen van de twaalf meter hoge rots. Mensen die de rug hadden gebroken, de anus hadden uitgescheurd en zelfs een verhaal van een gebroken nek... dood. Zo erg kon het niet zijn, als je maar gewoon recht het water in springt.

Toen Dennis, Bart, Janneau, Paul en ik bij Forti aankwamen, viel het allemaal erg mee. De verwachting was groot natuurlijk, maar ik vond het nogal meevallen. Het was wel hoog, maar zeker geen Hiltontje. Janneau sprong eerst. Hij kent geen angst. 'Ik heb geen gevoel', zo omschreef hij het zelf. De doffe knal in het water klonk goed en al snel kwam daar het kleine lichaampje van Janneau boven drijven. Met een bemoedigende en enthousiaste schreeuw naar boven.

Dat hielp niet voor Bart en Paul. Zij durfden niet. Geen schande, maar we zagen ze twijfelen. Nadat Dennis en ik zonder al te veel moeite van de rots sprongen, leek Paul zijn angst te overwinnen. Hij trok zijn shirt uit, waggelde naar de rand, keek naar beneden en schudde zijn hoofd. 'Nee, ik doe het toch niet.' Janneau, Dennis en ik waren inmiddels alweer boven, om ons op te maken voor de tweede sprong. Ik besloot dit keer de digitale onderwatercamera mee te nemen, om dan al filmend een sprong te nemen. 'Wel goed vasthouden hè', zei Dennis nog. 'Echt niet loslaten.'

Het was te verwachten. Door de - daar heb je 'm weer - enorme plons in het water, liet ik de camera los. Kon 'm nooit meer te pakken krijgen natuurlijk en het apparaat zonk naar de bodem. Het scheelt dat de zee geen strontput is; het water is zo helder dat je alles op de bodem kan zien liggen. Een voorbijganger dook de camera op, want hij lag toch wel zo'n vijf meter diep schat ik. Toen hij boven kwam, liep het filmpje nog. Een mooie herinnering, want de camera was schadevrij. Uiteindelijk sprongen Bart en Paul ook nog: de angst overwonnen.

De uitspraken lopen zo nu en dan de spuigaten uit. Een taxiritje, om vier uur in de ochtend, inclusief vier baldadige jongens en één rustige Dr. Phill naast de chauffeur, werd één grote kermis. Een groepje onbekende mensen, die dachten rustig thuis te worden gebracht na het stappen, hebben na de taxirit dagen bij een psychiater gelopen. Althans, één meisje in ieder geval wel. 'Hé, jij daar. Heb je nou een piercing in je lip? Dan kan je toch nooit een normale baan vinden? Wil je heel je leven de telefoon opnemen ofzo?', vroeg ene D.B. enorm op een vriendelijk toon.

Een andere tekst, die voortvloeide na een creatief avondje eten bij De Heeren, is inmiddels een grote hit onder de mensen die het begrijpen. Ja, dat zijn er weinig, maar dat is juist het leuke. Iedereen kijkt je scheel aan als je dit zingt, maar dat blijft het leukste: ,,Als mar met so in gesprek is, dan is da ni so so. Want iv mar so dan eg kent, mag mar ja ni meer so. Ma mar keek ni op of om, mar ging vol voor ja. En so die is so dom, want iv si is ni da, da is da ni so fra."

Ik stop nu maar met schrijven, anders wordt het in Nederland zo stil. Ik moet daar natuurlijk ook nog wat te vertellen hebben. Ik zie jullie allemaal over twee weken, laat nog een berichtje achter. Tot snel! Ayo!

3 opmerkingen:

Minke zei

Dat meen je? Bart Massink die Bart?
Wat grappig! Doe hem de groetjes!

Tjeerd zei

Heel veel foto's op de site van Jitse's huisgenoot Janneau, ook foto's die Jitse zelf niet graag ziet.....:
Hyves van Janneau
HAHAHA

Anoniem zei

Maar jij dronk toch bijna niet?? De foto's op site van Janneau doen anders vermoeden........
tot in Nederland

gr. 651849