De laatste week op Curaçao was een vreemde. We zouden maandagmiddag (19 april) om 17.00 uur vliegen. Vier uur van te voren kregen we pas te horen dat we definitief niet zouden vliegen. Natuurlijk hadden we al zo'n vermoeden, maar er heerste toch een teleurstelling dat we moesten blijven. Niet zo zeer omdat het een straf is om te blijven, maar we hadden nog steeds geen zekerheid. Wanneer we wel gingen vliegen? Niemand wist het.
De volgende dag opnieuw naar het KLM-kantoor gegaan en we schrokken gelijk van de grote groep mensen bij de ingang. We moesten een nummertje trekken en maar hopen dat we die dag nog aan de beurt kwamen. Toen we een paar uur later een kijkje gingen nemen, bleek dat het nog wel even zou duren. Er waren pas veertig mensen geholpen. Aangezien het kantoor om 16.00 uur ging sluiten, gingen we rond die tijd toch nog een poging wagen. Gelukkig werd iedereen met een nummertje geholpen en er waren al genoeg mensen waarbij het geduld op was geraakt.
Toen we eindelijk aan de beurt waren, kregen we te horen dat we op z'n vroegst een week later konden vliegen. 'Ja, moet dan maar', was onze reactie. Toch liepen we met een glimlach het gebouw uit. We hadden een datum en toch nog een weekje vakantie. Niet treuren, maar genieten van de laatste échte week.
We zijn verhuist naar Villa Ananas. We konden daar mooier en beter wonen. Een grotere kamer, een schoon huis en een mooi zwembad. Een echt vakantiegevoel. De dertien dames vonden het prima dat er twee mannelijke bewoners bijkwamen. De week vloog voorbij. Eigenlijk hebben we niet veel gedaan. Wat is niets doen? Zwemmen, zonnen, feesten. Toch best vermoeiend. Pas toen we in de auto zaten om naar het vliegveld te gaan, besteften we dat we nu toch écht gingen.
Janneau en ik hadden ons enorm vermaakt tijdens de vliegreis. De ruim acht uren vlogen letterlijk snel voorbij. Dat kwam mede door de borreltjes. We testten de topografische kennis van de stewardessen, nadat wij zelfs een topografische vraag van een kruiswoordpuzzel niet konden beantwoorden. Van welk land is Belmopan de hoofdstad? De eerste twee stewardessen waagden zich niet aan een antwoord.
Zo'n anderhalf uur voor het landen, opende ik mijn ogen na een korte slaap van een half uur. Er hing een briefje onder het tv-scherm met het antwoord op de vraag. 'Belize, Zuid-Amerika.' Het antwoord bleek overigens vanuit de cockpit te komen. Een onvoldoende voor de stewardessen.
Bij aankomst op Schiphol, ondervond ik voor het eerst de strenge controles. We werden ontvangen door speurhonden, kregen twee keer een paspoortcontrole en tot twee keer toe moesten onze koffers door de scan. Bij de laatste controle moest iedereen zijn of haar koffer openmaken voor de laatste check. Met de gedachte dat ik mijn koffer op Curaçao met mijn volle gewicht pas dichtkreeg, klikte ik met tegenzin de sloten open. Moest ik wéér dat ding inpakken.
De aankomst was leuk, maar toch niet alsof ik maanden van huis ben weggeweest. Ik sprak met iedereen als vanouds. Door mijn zusje, die het erg moeilijk vindt om geheimen te bewaren, kreeg ik al snel in de gaten dat er een welkomstfeestje te wachten stond. Ik zei niks, dan bleef het toch nog een beetje een 'verrassing'.
Het was wel goed om net voor Koninginnendag terug te komen. Ik zag gelijk veel mensen. Iedereen vroeg natuurlijk hoe het geweest was. Leuk die interesse, maar het is wel vermoeiend om het verhaal tig keer te vertellen. De verhalen komen wel. Ik moet de foto's even sorteren en zelf even alles op een rijtje zetten. Want vier maanden stage en ruim twintig dagen vakantie heeft veel nieuwe ervaring met zich meegebracht.
Ik merk aan mezelf dat ik af en toe met mijn gedachte nog wel op Curaçao ben. Als ik de kraan opendraai en het water voel, schrik ik een beetje van het koude water. Als ik in mijn ooghoek iets zie lopen, denk ik nog altijd aan een kakkerlak. Het is ook raar om weer een hond te aaien, want dat durfde ik simpelweg niet op Curaçao. Niet omdat het van die enorme monsters waren, maar omdat de lichamen met teken en vlooien was bezaaid. Te vies gewoon.
Je zou denken dat ik het nog ga hebben over het Papiaments, maar wat ik totaal niet ga missen is het Brabantse accent. Het lijkt wel of tachtig procent van alle stagiaires op Curaçao uit het grensgebied van België komt. Het stikt ervan. Van die tachtig procent had zeker dertig procent een spraakgebrek. Want niet iedereen had vreemde woordkeuzes. Janneau komt ook uit Brabant, maar zijn omschakeling van onverstaanbaar naar Algemeen Beschaafd Nederlands ging erg makkelijk. Een aantal meiden, want het waren vooral de dames die een spraakgebrek hadden, konden niet eens normaal Nederlands praten.
'Die heb ik niet' werd bijvoorbeeld 'die heb ik geen'. Hoe langer je erover nadenkt, hoe krommer de zin is. 'Ik zit langs jou', 'ik rij aan'... ook zoiets. Heel veel zinnen worden niet afgemaakt, waardoor het soms een andere betekenis krijgt. Zodra je erom lacht, krijg je een vreemde blik toegeworpen. 'Wa ist'? Maar het toppunt van alles is de harde G. Dat kunnen ze niet. Hilarisch. Laat ze het even proberen en je kweekt je lachspieren.
Het autorijden zal ik hier ook moeten aanpassen. Op Curaçao kon je rechts inhalen, rood is groen, sommige auto's hadden geen eens gordels, drank achter het stuur werd gedoogd, rechts had geen voorrang en rotondes waren daar een grote verrassing. Combineer al deze dingen en je hebt een spectaculaire rit. In Nederland moet alles weer strak en netjes. Flitspalen, polities en vooral fietsers... ze zijn er weer!
Voor mij begint het echte leven weer. Morgen moet ik alweer voor de De Stentor schrijven en ik heb dinsdag een gesprek in Amsterdam voor de laatste, afrondende stage. Ook moet er nog wat schoolwerk gemaakt worden, maar het zal even duren voordat ik me echt kan concentreren op de verplichte opdrachten. Het zal echter wel moeten, wil ik dit jaar met mijn diploma in mijn handen staan.
En daar zit ik nu. In de woonkamer: verwarming aan, joggingbroek met de sokken goed hoogopgetrokken en een vest over mijn nog lichtgebruinde bovenlichaam... En nogsteeds, ja nog steeds verschijnt zo nu en dan kippenvel als teken dat de kou lang is weggeweest.
Uiteindelijk vind ik het lekker om weer terug te zijn. Ik mis alleen de mensen die ik daar gedag heb moeten zeggen. Ik heb ook veel lokale mensen leren kennen, dus voor een vakantie wil ik zeker nog eens terugkeren. Natuurlijk mis ik ook het klimaat, maar dat had ik volgens mij al duidelijk gemaakt.
Reageren? Klik hier onder op reacties.
3 opmerkingen:
Mooi geschreven Jits!!
Hoezo, je zusje kan geen geheimen bewaren!
Juist wel!
bon bini kas blancu homber ku e dushi sunburned kueru. succes fin bo skol í hasi e mehor di e. bo amigu fo'i cookcity
Een reactie posten