In Nederland is het onvoorstelbaar: Feyenoord en Ajax in één stadion. In Italië is het wel aan de orde. Inter Milan (Nerazurri) en AC Milan (Rossoneri) spelen allebei in hetzelfde stadion: San Siro / Giuseppe Meazza. Twee clubs, twee stadionnamen. San Siro is de wijk waarin het stadion ligt en tevens de vaste naam voor de AC Milan fans. Omdat Giuseppe Meazza een grote voetballer van Inter was, accepteren de Rossoneri het niet dat het stadion zo genoemd wordt. Vandaar de scheiding.
Afgelopen weekend was ik met mijn vriendin in Milaan. Een bezoekje aan het stadion mocht zeker niet ontbreken. De zaterdag waren we na veel reizen eindelijk aangekomen bij San Siro. Net op tijd voor de rondleiding, we konden gelijk aansluiten.
Met een groep van ongeveer twaalf man bekeken we eerst het veld en de tribune. Het veld dat net zo slecht is als dat van de Amsterdam ArenA en de tribune dat plaats biedt voor 82.955 toeschouwers. Het is mooi om te zien hoe de scheiding tussen de clubs is aangeven.
Boven het AC Milan-gedeelte en de onderste foto is de vaste tribune voor de Inter-supporters
Internazionale speelt in de blauw/zwarte shirts en AC Milan speelt in de rood/zwarte shirts. Daar begint het meest vreemde detail: het AC Milan gedeelte in blauw en het Inter gedeelte betreft de groene stoelen. De lange zijdes zijn de dure plaatsen (100 tot 400 euro), met aan de hoofdkant de VIP-tribune. De bovenste ring is tevens de goedkoopste ring. De prijs voor een kaartje varieert daar tussen de 10 en 30 euro.
Welke voetballiefhebber herinnert het zich niet. Tijdens de Champions League wedstrijd tussen AC Milan en Internazionale kreeg AC Milan-keeper Dida vuurwerk tegen zijn gezicht. Het kwam vanuit het Inter-vak. De spelers kwamen altijd via die hoek het veld op, maar dat bleek sinds dit incident niet meer verantwoord. De spelers moeten nu door een lange tunnel richting het midden van het stadion, om daar het veld te betreden.
Als toekomstig journalist waren de persplaatsen natuurlijk erg interessant. Iedere plek heeft een eigen TV-scherm, om alles nog eens rustig te bekijken. Mooi om te zien waar ik over een paar jaar plaats kan nemen. Stiekem deed ik dat alvast.
We liepen vervolgens naar beneden om een kijkje te nemen in de kleedkamers. De kleedkamer van de gasten was niet de moeite waard werd er gezegd. "Het zijn een paar douchejes, met een lange bank en daarboven een paar haakjes. Niets bijzonders." We gingen eerst een kijkje nemen in de kleedkamer van Inter.
Via een lange gang kwam je in de ruimte terecht. Het was een anti-climax. Wat simpel! Eén lange bank, een paar haakjes en boven de bank hingen allemaal plaatjes met de kampioensjaren daarop. De doucheruimte was groot, maar niet heel bijzonder. Voor sterren als Zlatan Ibrahimovic, Patrick Viera en Cristian Chivu was het nogal simpel.
Twintig meter verder kwamen we bij de kleedkamer van AC Milan. Indrukwekkend! Iedere speler een eigen stoel en een eigen tv-scherm. Veel luxer dan de kleedkamer van Inter. De Brazilianen (Ronaldinho, Káká, Pato) zitten bij elkaar, Clarence Seedorf zit daarnaast en de andere sterren volgen. De wisselspelers hebben geen vaste plaats. Daarmee worden de spelers bedoelt die niets of heel weinig spelen. Op de tv-schermen verschijnen voor de wedstrijd alle spelersfoto's, namen en nummers.
Tot slot het museum. Eén museum voor twee clubs. Geen scheidingslijn, het is alleen te zien aan de kleuren rood en blauw. Ik heb vooral op de Nederlandse dingen gelet. Er hing een gesingeerd Ajaxshirt van Johan Cruijff. Mooi om te zien dat veel Nederlanders veel waardering krijgen. Dennis Bergkamp werd ook geroemd, ondanks dat hij niet lang voor Inter heeft gespeeld.
Aan de andere kant wordt de meeste Nederlandse aandacht aan 'de drie' besteed. Marco van Basten, Ruud Gullit en Frank Rijkaard krijgen zowel gezamelijke als persoonlijke aandacht. Mooi om te zien hoeveel de Nederlandse voetballers voor AC Milan hebben betekend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten