zondag 17 februari 2008

Alleen als het ijs en íjs koud is!

Een avondje stappen bij Bill's Bar is uitgelopen op een groot avontuur. Mijn naam was BOB en met nog vier vrienden reisden we af naar Markelo. Eenmaal met moeite een parkeerplaats gevonden, stapten we uit de wagen en zagen de auto dingen doen die een auto niet zou moeten doen. Vanuit de motorkap kwam veel rook/damp. De vragen van onderweg: "Waarom doet die kachel het niet?" en "Waarom is het hier zo koud?" waren toen gelijk beantwoord.

De koelvloeistof bleek op te zijn, helemaal leeg. Klote natuurlijk, dit leek onze stapavond te verpesten. Na wat auto's aangehouden te hebben zonder succes, liepen we naar de ingang van Bill's Bar. De reddende engel stond voor de ingang: een uitsmijter. Normaal gesproken heb je een hekel aan deze gasten, maar vanavond had hij nog een fles koelvloeistof voor mij. Het was niet genoeg, maar de planning was dan ook om na het uitgaan nog langs het tankstation te rijden om daar nog een paar flessen te halen.

Waar je op de heenweg nog wel wat had aan de kennis van Guus, was hij rond 04:00 uur niet meer aanspreekbaar. Hij gaf wel antwoord, maar zinnig was het niet. We reden rond dat tijdstip in een lekkere gangetje naar de Shell - dat volgens de uitsmijter 24uur per dag open is - en daar aangekomen bleek dat *ding dicht te zitten. Ongeveer één kilometer verder, aan de overkant van de snelweg was nog een BP, de laatste hoop op een beetje koelvloeistof.

Normaal gesproken kan je er gewoon water ingooien, maar dit keer onmogelijk aangezien het 7 graden onder nul was en alles dus kapot zou vriezen. De kachel in de auto deed het natuurlijk ook niet meer en we vroren dan ook aardig weg. Thijmen moest - zonder overdrijven - krabben aan de binnenkant van de voorruit om het zicht van mij te verbeteren.

De BP was gelukkig nog open en we goten drie flessen koelvloeistof op de juiste locatie. Op naar huis, het was inmiddels 05:00uur en we waren wel toe aan ons warme bedje! Na nog geen vier kilometer liep de temperatuurmeter alweer op. Het gebeurde vlak voor de afslag Bathmen, de auto daar op een carpoolplaats neergezet om erger te voorkomen.

Inmiddels waren Thijmen, Dirk en René weer bijna net zo nuchter als ik. Alleen lag er nog een brommende boer op de achterbank te kreunen dat hij het koud had. Guus had geen jas bij zich, eigen schuld natuurlijk. Het was máár 7 graden onder nul, hij moest niet zo zeuren. Daarbij kreeg hij het nog wel enigzins warm doordat hij nog behoorlijk hitsig was van de vrouwen die hij die avond had gezien.

Na veel telefoontjes besloten we om heel voorzichtig de auto in Bathmen te parkeren. De carpoolplaats leek ons niet zo'n goede locatie. Op de Brink in Bathmen hebben we gewacht op de vader van René. In de auto hadden we het met z'n alle nog koud, mijn tenen waren inmiddels gevoelloos. Om 6:20uur kwam dan eindelijk ons hulp aanrijden. Iets na half zeven was ik thuis, ik had het steenkoud en ging in trainingspak en twee paar sokken onder de dekens liggen.

Het was weer een avontuur. Ik mocht trouwens van geluk spreken dat de voetbal was afgelast, ik had eigenlijk kantinedienst. Dat was mij even helemaal ontgaan en heb dus nog heel iets langer in mijn bed kunnen liggen. Om half één moesten we nog wel vertrekken voor een oefenwedstrijd en gezien mijn eigen prestatie is zo'n nacht niet echt goed voor je.

Geen opmerkingen: