zondag 13 januari 2008

Het was donderdag 10 januari 2008,

Het was een normale donderdag, althans dat dacht ik. Eenmaal de treinrit Deventer – Zwolle achter de rug, begon ik de wandeling naar mijn school. Ik was alleen, een klasgenoot met wie ik had afgesproken wachtte op mij in het Journalistiekgebouw. Toen ik bijna bij school was aangekomen, wou een meisje de weg oversteken. Ze bedacht zich niet, keek naar links (daar was weinig te zien i.v.m. de drukte), wierp een blik naar rechts en stak met stevige passen naar de overkant van de straat. Voor ik kon schreeuwen was het al te laat, ik dacht dat ze dood was.

Op het moment van oversteken, kwam er uit de bocht een auto in – voor dat gebied – volle snelheid aanrijden. Met ongeveer zestig kilometer per uur werd het meisje gelanceerd. Het ging ongelooflijk hard, dit kwam mede doordat het meisje de auto niet zag en de autobestuurster het meisje niet zag. Het meisje zag geen kans om nog op te springen of de auto te ontwijken, voor de automobiliste was het te laat om aan de noodrem te trekken.

Zonder te overdrijven: het jonge grietje leek net een dummie die werd gebruikt voor een test met een auto-ongeluk, waarop de proefpop zonder problemen door de lucht vloog. Het was een vreselijke ervaring. Gelukkig waren er genoeg studenten die het zagen gebeuren en er werd ook snel een ambulance gebeld. Het meisje lag aangeslagen op de grond en bewoog niet of nauwelijks. Ze kreunde wat, ze schold wat en besefte even later dat ze nog in leven was. Ze had een flinke wond op haar hoofd, maar ik weet verder niet hoe het met haar gesteld is. Een uur na het voorval had ik nog pijn in mijn buik. Ik had niet verwacht dat het mij zoveel zou aandoen.

Geen opmerkingen: